Caligula
Albert Camus

Uitverkocht

Caligula kan de dood van zijn zuster en minnares Drusilla niet verwerken. Het besef van de eindigheid van het bestaan stort hem in absolute eenzaamheid en wanhoop. Hij weigert de relativiteit van ieder geluk te aanvaarden.
Hij begint een zoektocht naar het absolute, die zich uit in zijn verlangen om de maan te bezitten. Zijn omgeving, zijn vrienden, de senatoren zijn in de letterlijke betekenis van het woord ‘relativisten’: zij leven en overleven, min of meer gelukkig, met hun illusies, hun leugens en hun compromissen. Caligula wil die leugens ontmaskeren en iedereen dwingen de naakte waarheid onder ogen te zien: de afgrond van de absolute vrijheid voorbij goed en kwaad. Dat drijft hem tot een schokkende terreur en een willekeurige uitoefening van de macht. Hij experimenteert met leven en dood van mensen uit zijn omgeving omdat hij het kan en er de macht toe heeft.
Caligula van Albert Camus (1913-1960) stelt fundamentele vragen. Over macht en misbruik. Over de zin van het bestaan, over vrijheid. Het is het verhaal van een langgerekte, uitgestelde zelfmoord.